Papierfetisjisten pur sang
Column Albert Verschure
Papier. Overal papier. Niet een velletje hier en een velletje daar, maar dikke stapels. Torenhoge stapels. We hebben het laatst intern eens berekend. Gemiddeld verbruikt elke medewerker anderhalve meter papier, wat liefst ook wordt verzameld. Je leest het goed: an-der-hal-ve meter!
Vernuftige systemen
Foute boel. Ruim 15 jaar geleden is ons kantoor volledig gedigitaliseerd. En trots dat we waren we op die geautomatiseerde techniek, we liepen ermee weg. ‘Afgelopen met dat printen’, dachten we stoer. ‘Stoppen met die boomkap. Alles wat we nodig hebben om onze excellente diensten uit te voeren is voortaan keurig opgeslagen en razendsnel terug te vinden. Dit gekoppeld aan vernuftige systemen die onderling perfect hun werk doen. Printers? Volstrekt niet meer van deze tijd!’
Surrealistisch
Mooie voornemens, maar was het maar zo simpel. Je vraagt je bijna af wat voor zin het heeft gehad. Onze menukaart was trouwens uitgebreider dan ooit. Een digitale uitdraai van het jaarverslag? Toch liever de papieren versie? O, u wenst beiden? Doen we voor u. Deze nonsens is voorbij. De digitale versie is nu standaard en ik overweeg zelfs om de printers de deur uit te doen. Daar wordt intussen minder gebruik van gemaakt, maar toch nog te veel. En ik krijg spontaan jeuk als medewerkers met een kladblokje op een meeting verschijnen. Vooral de oudere collega’s blijken papierfetisjisten pur sang. Hun kasten puilen uit van de mappen en andere paperassen. Die van de jongere zijn zo goed als leeg en doen bijna surrealistisch aan.
Bomen
Ook mijn kast puilde uit van het papier. Laatst heb ik die leeggehaald en joh, het werk gaat gewoon door. Op mijn bureau vind je nog maar een paar dunne stapeltjes. Corona of geen corona, die anderhalve meter komt wat mij betreft nooit meer terug. We zijn bang om het oude los te laten en ons te laven aan het nieuwe. Wat we nodig hebben is meer aanpassingsvermogen en een gezond vertrouwen in een ongekend effi ciënte werkomgeving. Redden we de bomen hopelijk ook nog.